Het ziet ernaar uit dat de Gemeenschappelijke regeling voor de Permar opgeheven gaat worden. Dit is conform het advies van Bureau Langendijk, scenario 1 dat is voorgelegd aan alle deelnemende gemeenten in de regeling. Alle deelgemeenten Scherpenzeel, Ede, Renkum, Wageningen en natuurlijk Barneveld lijken die kant op te gaan. Wanneer alle gemeenten akkoord gaan is een ontmanteling per 1 januari 2018 een feit.
Als CDA hebben wij al menigmaal gepleit voor deze uittreding en het gaat hier slechts om een bestuurlijke ontmanteling, dat zou ik hier graag nog eens onderstrepen. De positie van de WSW’ers en overige Permar medewerkers, ongeveer 110 in getal, blijft onveranderd. Beschut werk kan gaan plaatsvinden bij Ons Bedrijf en Ruiter Werkt, detacheringen bij Barneveldse bedrijven kunnen gewoon voortgezet worden en werk in de groenvoorzieningen blijven ook aanwezig.
Kortom de Permar wordt mogelijk opgeheven maar de zorg voor de werknemers blijft, en dat is voor het CDA van het grootste belang.
Wat wij nog missen is een duidelijke visie over hoe om te gaan met de doelgroepen die onder onze verantwoording vallen met als belangrijkste voorwaarde dat de mensen passend werk doen en dat we het verschil tussen kosten en opbrengsten zo laag mogelijk houden. De bijdragen van het Rijk voor WSW’ers, participatiewetters, Wajongers en mensen uit de kaartenbak die moeten werken om hun uitkering te compenseren, zal alleen maar minder worden in de toekomst. Als er nu een slimme mix gemaakt kan worden door ze onder te brengen in teams zouden wij daarmee mogelijk de verliesgevendheid van de WSW kunnen verminderen.
Voor de uittreding moeten hoge kosten gemaakt worden, wanneer dat echter afgezet wordt tegen de bijdragen die wij nu moeten leveren in het verlies, vorig jaar € 1,4 miljoen en dat gaat groeien volgens de meerjaren prognose tot € 3,5 miljoen in 2020. Een goede reden om nu een wat groter verlies te nemen.
Het CDA stemt daarom in met het raadsvoorstel tot uittreding uit de gemeenschappelijke regeling voor de Permar en gaat ook akkoord met de gevraagde € 50.000 voor de begeleiding daarvan.