Vandaag staan wij voor de vraag of de ouderbijdrage jeugd gezondheidszorg opgeschort moet worden. Wij zijn hierin niet de eerste en niet de enige gemeente. 70 Gemeenten gingen ons voor en 150 gemeenten staan op het punt dit te doen, dat betekent dat 50% van de Nederlandse gemeenten vindt dat de bijdrage onredelijk is.
Er zitten in de wetgeving van zo’n decentralisatie traject soms ook fouten die reparatie behoeven. Want je zal maar als ouders een ernstig depressief kind hebben die opgenomen moet worden in de jeugdpsychiatrie. Dan mag je tot 1584 euro neertellen. Staatssecretaris Van Rijn is inmiddels een onderzoek gestart naar de wenselijkheid en haalbaarheid van deze verplichte ouderbijdrage bij de jeugd GGZ. Dat doet hij niet voor niets. Er is immers een merkwaardig verschil met kinderen die een langdurige medische behandeling moeten ondergaan in een kliniek of een ziekenhuis. Daar geldt geen ouderbijdrage. Er wordt ook geen bijdrage gevraagd aan volwassenen die GGZ nodig hebben.
Het CDA vindt dat op basis van solidariteit alleen al er genoeg argumenten zijn om deze extra bijdrage niet te innen voor een kleine uitzonderings groep met het gevaar van zorg mijdend gedrag.
Op eerdere vragen van de CDA fractie om deze – in onze optiek – oneerlijke bijdrage voor de jeugd ggz, hangende het onderzoek van Van Rijn, op te schorten meldde de wethouder dat dit niet kan omdat hij zich aan de wet moet houden. Hij zag daarom geen mogelijkheden om de bijdrage op te schorten. Als CDA fractie hebben we overigens begrip voor dat standpunt. Hij gaf drie redenen die de ouderbijdrage zouden rechtvaardigen:
1) De eerste is een besparingsmotief. Er zouden minder kosten voor levensonderhoud van het kind zijn. Echter de praktijk toont aan dat de kosten om het kind te bezoeken, de extra oppas e.d. veel hoger zijn dan de normale kosten voor levensonderhoud.
2) Als tweede zegt het college niet op de hoogte te zijn van zorg mijdend gedrag. Dat is niet geheel onlogisch, omdat deze mensen zich niet melden bij de gemeente. Er zijn echter meerdere voorbeelden bekend waarbij mensen afhaken en hun kind niet de zorg laten krijgen die feitelijk geïndiceerd is.
3) En het derde argument was de zogeheten Hardheidsclausule waarbij het CAK kan oordelen dat de eigen bijdrage niet geïnd hoeft te worden. Dat laatste is echter zeer afhankelijk van de beoordeling van het CAK die wel heel ver van de zorgvrager afstaat. Wij vragen ons af of de criteria op basis waarvan deze beoordeling plaatsvindt voldoende objectief zijn hetgeen willekeur in de hand zou kunnen werken.
Met andere woorden: wij zijn niet overtuigd en daarom hebben wij als CDA samen met de fracties van Pro98 en de CU een motie opgesteld waarbij wij het college vragen de eigen bijdrage op te schorten, c.q. vooralsnog niet te melden bij het CAK. Dit in afwachting van de conclusie van staatssecretaris Van Rijn, die in juli wordt verwacht.
De motie die werd ingediend om de bijdrage op te schorten werd met 17 stemmen voor en 14 stemmen tegen aangenomen.
Roel van den Broek