Frits en Marjolein, inwoners van de gemeente Barneveld, hebben een woonvoorziening aangevraagd (aanvraag woningaanpassing klein) op grond van de WMO. Frits en Marjolein willen gaan verhuizen omdat Frits in de toekomst zorg nodig heeft gelet op zijn ziektebeeld. Het liefst bleven ze in de eigen woning, maar die wordt te groot. Ze hebben een mooie nieuwbouwwoning op het oog, waar alle noodzakelijke ruimtes gelijkvloers zijn. Om de woning geschikt te maken voor de toekomst en de zorg die daarbij komt kijken zijn aanpassingen noodzakelijk. Voor al die aanpassingen willen zij waar mogelijk een vergoeding krijgen. Ze realiseren zich terdege dat zij ook zelf een aanzienlijke eigen bijdrage dienen te leveren. Ze willen dus graag gebruik maken van de mogelijkheden van de WMO. Voor een deel lukt dat, maar voor een deel wijst de gemeente een vergoeding af. Frits en Marjolein ontvangen een besluit van het college en maken daar bezwaar tegen.
Ze worden uitgenodigd voor een hoorzitting, maar wat schetst de verbazing: een van de wethouders (die onderdeel is van het college en dus mede het besluit heeft genomen) is de voorzitter van de bezwarencommissie. Opmerkelijker is nog het feit dat de wethouder die voorzitter is ook zorg in diens portefeuille heeft.
De namen Frits en Marjolein zijn fictief, doch de geschetste casus is dat niet. U kunt zich voorstellen dat Frits en Marjolein verbaasd en tegelijkertijd teleurgesteld zijn. Immers, wat voegt een hoorzitting voor hen nu nog toe? De schijn van belangenverstrengeling is gewekt en het vertrouwen in de overheid neemt hierdoor niet bepaald toe. De beeldvorming die dit dan oproept (slager die zijn eigen vlees keurt) en met zich mee brengt gaf voor het CDA, Burger Initiatief en Pro’98 mede aanleiding om met een motie te komen om de voorzitter van de bezwarencommissie onafhankelijk te maken. Zoals het volgens het CDA zou moeten horen op grond van haar waarde publieke gerechtigheid en zoals het overigens ook elders in Nederland gebeurt.
Volgens het onderzoek van de rekenkamercommissie uit 2008 gaf 50% van de ondervraagden uit de gemeente Barneveld aan het belangrijk te vinden ‘dat de voorzitter onafhankelijk dient te zijn vanwege het gevaar van partijdigheid en het ontbreken van objectiviteit’. 50%, dat is nogal wat.
Het standpunt van het CDA is dan ook duidelijk: de voorzitter dient wat het CDA betreft gewoon onafhankelijk te zijn. Maar om dat te kunnen bewerkstelligen is een meerderheid van de raad nodig. Die was er de laatste raadsvergadering net niet.
Nu had het CDA zich aan het standpunt vast kunnen houden, maar het CDA vindt dit een dermate belangrijk onderwerp dat zij het belang voor ogen houdt en ervoor heeft gekozen om samen met Pro’98 en Burger Initiatief de motie aan te passen. In de (inmiddels aangenomen) gewijzigde motie wordt gevraagd om een onderzoek naar de tevredenheid van bezwaarmakers. Gevraagd zou bijvoorbeeld kunnen worden hoe zij de bezwaarprocedure hebben ervaren? Zijn ze tevreden over de communicatie? Welke verwachting hebben zij bij een heroverweging? Wat vinden ze van de rol van de voorzitter? Al deze vragen kunnen aan bezwaarmakers gesteld worden middels een enquête, waarna we vervolgens de uitkomsten met elkaar kunnen bespreken.
De uitkomsten van het onderzoek ziet het CDA dan ook graag tegemoet. Van belang is en blijft dat het proces voor bezwaarmakers helder en transparant dient te zijn. En dat elke schijn van belangenverstrengeling voorkomen dient te worden. Dat verdienen Frits en Marjolein, alle bezwaarmakers en alle andere inwoners van de gemeente Barneveld.