Selecteer een pagina

Ik neem u even me terug naar de programmabegroting. Daarin waren we als CDA kritisch over de lijn van dit college. Fors geld lenen, zonder duidelijke aflossingsstrategie en zonder concrete uitwerking van waar dit aan uitgegeven zou worden. En op kritische vragen, ook van andere partijen, was vooral het antwoord: wacht maar tot er een uitgewerkt Meerjaren Investeringsplan er is, met als eerste het uitvoeringsjaar 2023. Als CDA stonden we die vergadering lang op een NEE, maar uiteindelijk kozen we voor het voordeel van de twijfel en steunden we de begroting. Met de woorden: “Het college moet echt aan de bak om onze steun te verzilveren.”

En nu en paar maanden later, ligt het uitvoeringsplan daar. Een grote lijst met onderwerpen die we het komende jaar willen gaan oppakken. Veel herkenbare zaken waarvan het mooi is dat ze voor dit jaar op de planning staan. Wat er van de lijst af is gevallen, weten we helaas niet. En ondanks het meermaals vragen blijkt er weinig behoefte bij het college om dit alsnog te doen. Dat het nog geen optimale lijst is, deelt het college wel met ons. De afgelopen weken zijn termen als een groeimodel, werkdocument en een experiment al gevallen. Daarom vroegen we ons als CDA wel af of we er wijs aan zouden doen om dit uitvoeringsplan in deze staat en deze forse budgetten te accorderen. Zeker als we pas einde van het jaar meer duidelijkheid krijgen over de aflossingsstrategie.

Maar er is ook een reden het wel te accorderen. Los van de inhoudelijke onderwerpen geloven wij wel in het model van een MIP. Het geeft overzicht aan raad, college en ambtenarij en met duidelijke kaders en afspraken kan met ieders rol, zoals controlerend en uitvoerend, rekening worden gehouden. Alles boven de 500.000 in dit plan komt nog terug naar raad bijvoorbeeld. Een duidelijke afspraak die we hier met elkaar maken. De activiteiten met lagere bedragen wil je als raad vaak eigenlijk al niet eens zien en de hogere bedragen kan je dan alsnog inhoudelijk over discussiëren. Je geeft de organisatie houvast en houd zelf als raad ook grip. Wel willen we van het college een toezegging dat niet alleen wordt gericht op die 500.000, maar dat bij politiekgevoelige onderwerpen onder dat bedrag ook de raad geraadpleegd moet worden. Al met al zou je, ondanks dat het uitvoeringsplan in de toekomst echt beter moet, hier dus ook voor kunnen stemmen.

Maar toen kwam de motie van de SGP, LB en CU over de skeelerbaan. En dat veranderde voor ons echt de zaak. Het is of alles, of niets. Of de afspraken gelden voor alle activiteiten op deze lijst, of die afspraak van 500.000 is niets waard. En wat mij betreft is het meest pijnlijke dat dit uit de koker van de gehele coalitie komt. Je kunt je niet aan de ene kant scharen achter dit model met afspraken, maar aan de andere kant een vereniging die ook een plek op de lijst heeft verdiend op deze manier uit evenwicht brengen. De inhoudelijke discussie over de baan hebben we na accordering van het MIP en niet op voorhand via een motie. Prima als deze partijen niet hun nek willen uitsteken voor deze vereniging, maar dat doe je maar als er een uitgewerkt plan ligt.

En daar komt ook nog bij dat het verenigingsleven het afgelopen jaar weinig op het nieuwe bestuur hoeft te rekenen. SDVB hoef ik volgens mij niet uit te leggen, die situatie is te gênant voor woorden. De Quadvereniging de Zandhappers werd gouden bergen beloofd, maar met de bestuurswissel is daar nog weinig van terecht gekomen. Er moet tempo komen op de ontwikkelingen voor de Flying Bikes, zeker met de stijgende kosten. En als laatste: de plannen voor een skeelerbaan in combinatie met de Oranjevereniging hangt aan een zijden draadje na het mislopen van de beoogde grond.

En nu zet het college – en dat is hen te prijzen – een stap vooruit om de skeelervereniging aan een onderkomen te helpen. En wie steekt er dan met een motie een spaak tussen de collegewielen? De coalitiepartijen.

Voorzitter. Dit raakt de kern van het model waar we het vanavond over hebben. Het MIP zorgt voor overzicht, planbaarheid en consistentie. Maar die consistentie krijgt middels deze motie een knauw. Hiermee zijn de spelregels voor alle investeringen namelijk niet hetzelfde. Het is of alles of niets. En op dit moment betekent dat voor ons niets. We stemmen tegen dit uitvoeringsplan. Dan kiezen we er liever voor om het bij het oude te laten.


Uiteindelijk besloten SGP, LB en CU de motie over de skeelerbaan in te trekken, waardoor een belangrijk bezwaar van ons verviel. We stemden uiteindelijk voor het MIP, met inachtneming van onze genoemde bedenkingen.